Een benchmarkwaarde is een grenswaarde voor antibioticumgebruik. Het SDa-expertpanel stelt één grenswaarde oftewel benchmarkwaarde vast, namelijk de actiewaarde. In het verleden werd hiernaast ook nog een signaleringswaarde vastgesteld. Het SDa-expertpanel stelt benchmarkwaarden vast per diersoort en diercategorie.
Sectoren met een voorlopige benchmarkwaarden worden gekenmerkt door een relatief hoog gemiddeld gebruik, brede verdelingen en veel variatie over de tijd. Deze benchmarkwaarden zijn afgegeven op pragmatische gronden en zullen op termijn van 2-3 jaar weer moeten worden bijgesteld.
De systematiek kent twee types benchmarkwaarden:
1. benchmarkwaarden die aanvaardbaar gebruik reflecteren en bestendig zijn in de tijd en
2. voorlopige benchmarkwaarden die in de tijd nog aan aanpassingen onderhevig zullen zijn.
Het streven is dat iedere diercategorie het type benchmarkwaarde heeft voor ‘aanvaardbaar gebruik’.
Sectoren met benchmarkwaarden voor aanvaardbaar gebruik laten gebruikspatronen zien die gekenmerkt worden door (zeer) laag gebruik, geringe spreiding in gebruik tussen bedrijven en over de tijd. Voor deze (subgroepen van) diersectoren is één benchmarkwaarde afgegeven voor een langere periode (5 jaar) om de sector op de langere termijn zekerheid te bieden over de te hanteren benchmarkwaarde.
De systematiek kent twee types benchmarkwaarden:
1. benchmarkwaarden die aanvaardbaar gebruik reflecteren en bestendig zijn in de tijd en
2. voorlopige benchmarkwaarden die in de tijd nog aan aanpassingen onderhevig zullen zijn.
Het streven is dat iedere diercategorie het type benchmarkwaarde heeft voor ‘aanvaardbaar gebruik’.
Tussenliggende benchmarkwaarden worden ook wel sectorale benchmarkwaarden of overgangswaarden genoemd.
Sommige diersectoren hebben met de overheid afspraken gemaakt over tussenliggende benchmarkwaarden. Deze waarden worden gebruikt in de overgangsfase naar de nieuwe benchmarkwaarden van de SDa. De tussenliggende benchmarkwaarden zijn niet vastgesteld door de SDa.
Het antibioticumgebruik op een bedrijf wordt berekend aan de hand van de dierdagdoseringen (DDDAF) op een bedrijf. Ze geven aan hoeveel dagen per jaar een gemiddeld aanwezig dier antibiotica krijgt toegediend. Als een diercategorie bijvoorbeeld een DDDAF van 5 heeft, krijgt een gemiddeld dier op jaarbasis vijf dagen antibiotica toegediend. In sectoren met meerdere productieronden per jaar, zoals de vleeskalver-, vleeskuiken- en vleesvarkenssector, houdt een DDDAF van 5 in dat er per dierplaats vijf dagen per jaar antibiotica is toegediend. De blootstelling van het individuele dier kan daardoor aanmerkelijk hoger of lager liggen dan vijf dagen.
De “Defined Daily Dose Animal” (DDDAF) op een bedrijf is de som van de behandelde kilogrammen dieren op een bedrijf aanwezig over een jaar gedeeld door het gemiddeld aantal kilogrammen dieren op een bedrijf aanwezig over een jaar. De DDDAF geeft dus het antibioticumgebruik op bedrijfsniveau weer. Details over de berekening staan in de Standard Operating Procedure (SOP): “Berekening van de DDDAF voor antimicrobiële middelen”.Voor de pluimveesector is er al een specifieke SOP.
Voor de berekening van de dagdosering per dierjaar op uw dierhouderij rekent u de hoeveelheid antibiotica die u in een jaar heeft gebruikt om naar het aantal kilogram dier dat u daarmee kunt behandelen. Dit getal deelt u vervolgens door het aantal aanwezige kilogram dier in datzelfde jaar. U kunt deze berekening ook uitvoeren met behulp van diverse rekenprogramma’s.
De SDa heeft de berekening van de DDDAF in de sectoren rundvee, vleeskalveren, varkens, pluimvee en konijnen voor vleesproductie, beschreven in de Standard Operating Procedure (SOP). Voor de pluimveesector is er al een specifieke SOP.
Het kwaliteitssysteem uit uw sector (bijvoorbeeld IKB of SKV) koppelt de gegevens van het antibioticumgebruik op uw bedrijf aan u terug, en vergelijkt deze met de streefwaarden die de SDa heeft opgesteld.
Met vragen over het antibioticumgebruik op uw dierhouderij kunt u terecht bij uw dierenarts of bij het kwaliteitssysteem (bijvoorbeeld IKB of SKV) waaraan u deelneemt.
Als het gebruik de benchmarkwaarden overschrijdt dient u samen met uw dierenarts of een medewerker van het kwaliteitssysteem maatregelen te nemen om het gebruik zo snel mogelijk te verminderen. De private kwaliteitssystemen van de diersectoren zijn verantwoordelijk voor verbetertrajecten voor dierhouders en dierenartsen die structureel in het signalerings- of actiegebied zitten.
Nee. De SDa ontvangt anonieme gebruiksgegevens, dus de SDa weet niets over uw bedrijf. Daarnaast is de SDa geen controlerende instantie, zoals bijvoorbeeld de NVWA. De kwaliteitssystemen in de sectoren geven de NVWA periodiek inzage in gegevens van structurele ‘hooggebruikers’. De NVWA kan bij deze dierhouderijen een risicogerichte bedrijfsanalyse uitvoeren.
Nee, nog niet. Op verzoek van de sectoren wil de SDa de diersoorten uitbreiden en de benchmarksystematiek verder uitbreiden en bijstellen.
Sommige antibiotica worden in de humane geneeskunde ingezet als laatste redmiddel bij de bestrijding van bacteriële infecties. Dit zijn meestal nieuwere antibiotica, die gebruikt worden wanneer bacteriën resistent zijn geworden voor oudere middelen. Wanneer deze antibiotica zorgvuldig en beperkt worden gebruikt, blijven ze lang beschikbaar. Het gebruik van middelen die door het SDa-expertpanel als kritische middelen worden beschouwd is terug te vinden in het meest recente SDa-rapport, hierin is een aparte paragraaf over kritische middelen opgenomen. Daarnaast staat in de DG-standaard weergegeven welke middelen precies zijn gedefinieerd als derde keuze middel.”
Dierenartsen mogen de kritische of derde keuze middelen alleen voorschrijven voor individuele dieren als uit onderzoek blijkt dat eerste en tweede keuze middelen niet werken. De SDa streeft ernaar dat dierhouders de zogenoemde 'derde-keuze middelen' helemaal niet meer inzetten. Het aantal bedrijven dat deze middelen gebruikt, is sterk gedaald sinds de start van de monitoring.
Hiervoor hanteert het SDa-expertpanel de “Defined Daily Dose Animal National” (DDDANAT). Dit geeft het gemiddelde gebruik van antibiotica per diersoort en diersector weer voor het hele land. De DDDANAT is de som van de behandelbare kilogrammen in een diersector over een jaar gedeeld door het gemiddeld aantal kilogrammen dier in een diersector aanwezig. Deze maat wordt gebruikt om trends in het antibioticumgebruik te monitoren.
Deze animatie laat zien hoe je verspreiding van resistente bacteriën kunt voorkomen.
Neem vooral contact op met het SDa-bureau. Bel ons op werkdagen op 088 - 03 07 222, mail info@autoriteitdiergeneesmiddelen.nl of gebruik het contactformulier.