Benchmarking dierenartsen is veranderd
In de meeste dierhouderijsectoren is het antibioticumgebruik de afgelopen jaren sterk gedaald. Dat betekent dat er qua gebruik en voorschrijven van antibiotica meer bedrijven en dierenartsen in het streefgebied zitten. Voor bedrijven is eerder al een nieuwe benchmarksystematiek ingevoerd. Ook de systematiek voor dierenartsen vraagt om aanpassing. Het SDa-expertpanel heeft hierover een notitie geschreven.
De nieuwe methode voor benchmarking voor dierenartsen is op 1 januari 2021 ingegaan. Dit artikel beschrijft kort de oude systematiek en uitgebreid de nieuwe systematiek. De nieuwe benchmarksystematiek is op basis van dierdagdoseringen, vergelijkbaar met de benchmarksystematiek voor dierhouders. De nieuwe VBI is te interpreteren als het aantal dagen dat een gemiddeld dier wordt behandeld door de verantwoordelijke dierenarts, aangezien deze maat direct gerelateerd is aan de dierpopulatie van de dierenarts. Het is een voor de dierenarts makkelijk te interpreteren maat, en voor dierenartsen worden dezelfde benchmarkwaarden aangehouden als voor de diersectoren.
De oude methode (t/m 2020)
De oude benchmarksystematiek gaat uit van de veterinaire benchmarkindicator (VBI). De VBI beschrijft de kans dat een bedrijf waarvoor de dierenarts verantwoordelijk is in het actiegebied voor bedrijven valt wat antibioticagebruik betreft. Deze indicator is gebaseerd op de dierdagdoseringen van alle bedrijven waarmee een dierenarts een één-op-één relatie heeft. Volgens de streefwaarde die de SDa heeft vastgesteld is het voorschrijfpatroon aanvaardbaar als minder dan 1 op de 10 van deze bedrijven zich in het actiegebied bevindt (veterinair streefgebied < 0,1). Volgens de door de SDa vastgestelde actiewaarde schrijft een dierenarts teveel antibiotica voor als globaal 1 op de 3 van bedrijven zich in het actiegebied bevindt (veterinair actiegebied: > 0,3).
Nu een aanzienlijk aantal bedrijven niet of nauwelijks meer antibiotica gebruikt is de VBI een minder geschikte indicator en is de nieuwe VBI-systematiek een goede keuze.
De nieuwe methode (vanaf 2021)
De nieuwe VBI wordt berekend op basis van dierdagdoseringen, vergelijkbaar met de DDDAF-systematiek bij bedrijven. De systematiek lijkt sterk op de DDDAVET-systematiek die in eerdere rapporten werd beschreven, met als belangrijk verschil dat structureel hooggebruikers niet worden meegenomen. De nieuwe VBI beschrijft het voorschrijfpatroon van antibiotica van een dierenarts in een specifieke sector. Deze wordt berekend als de som van de behandelbare kilogrammen die zijn voorgeschreven gedurende een jaar door een specifieke dierenarts op alle bedrijven waarmee deze dierenarts een één-op-één relatie heeft, gedeeld door het gemiddeld aantal kilogrammen dier dat op alle bedrijven aanwezig zijn waarmee de dierenarts een één-op-één relatie heeft. Daarmee is het een gewogen maat, het antibioticumgebruik op grote bedrijven telt zwaarder mee in de berekening dan het gebruik op kleine bedrijven. Deze indicator geeft het absolute voorschrijfgedrag per dierenarts weer en geeft inzicht in verschillen in voorschrijfpatroon tussen dierenartsen.
Een groot voordeel van de nieuwe systematiek is dat deze direct te relateren is aan de DDDAF. Net zoals de DDDAF is de nieuwe VBI makkelijk te interpreteren en geeft de precieze hoogte van het antibioticumgebruik weer. De nieuwe VBI beschrijf het gemiddeld aantal dagen dat een dier (van een veehouder waarmee een dierenarts een één-op-één relatie heeft) per jaar wordt behandeld met antibiotica.
Bedrijfsgrootte en de nieuwe VBI
De nieuwe VBI is een gewogen maat. Door de berekeningsmethode telt het antibioticumgebruik op grote bedrijven namelijk zwaarder mee dan op kleine bedrijven. Grote bedrijven hebben dus een sterkere invloed op de nieuwe VBI van een dierenarts.
Structureel hooggebruikers uitgezonderd
Structureel hoog gebruikende bedrijven worden niet meegenomen in de nieuwe VBI berekening. Dit zijn bedrijven die in twee achtereenvolgende jaren met het antibioticumgebruik boven de actiewaarde uitkomen. Volgens afspraak wordt er door de sectoren in nauwe afstemming met de dierenartsen voor deze bedrijven specifiek beleid ontwikkeld om het gebruik te verlagen.
Benchmarkwaarden bij de nieuwe systematiek
De nieuwe VBI systematiek gebruikt dezelfde benchmarkwaarden voor het actiegebied als de benchmarkwaarden die voor de bedrijven gehanteerd worden (zie hier de benchmarkwaarden voor dierhouders). Indien een sector tussenliggende benchmarkwaarden heeft afgesproken met het ministerie van LNV dan gelden deze tussenliggende benchmarkwaarden, vergelijkbaar met de benchmarking voor bedrijven. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vleeskuiken- en varkenssector. Zie voor de geldende tussenliggende benchmarkwaarden: tussenliggende benchmarkwaarden dierhouders.